Een ongeval komt altijd ongelegen en kan uw leven op zijn kop zetten. Wanneer u letselschade oploopt door een ongeval zijn de gevolgen vaak ingrijpend. U kunt vragen hebben als:
Kan ik mijn werk nog doen?
Wat zijn de financiële gevolgen?
Hoe moet dat met het huishouden?
Kan ik hulp krijgen en wie betaalt dat dan?
Wij kunnen u bijstaan en waar mogelijk de zorgen uit handen nemen. Wij weten waar u recht op hebt en kunnen er voor zorgen dat u dat ook krijgt.
Bij de beoordeling van aansprakelijkheid wordt in verkeerszaken naar de verkeersregels gekeken.
Vaak is de aansprakelijk niet moeilijk vast te stellen en wordt deze snel erkend zonder al te veel discussie.
Soms is de beoordeling van aansprakelijkheid minder eenvoudig. Er kan onduidelijkheid zijn wat er is gebeurd. Er kan sprake zijn van fouten van beide kanten. Ook zijn er regels zijn op grond waarvan de schade van sommige verkeersdeelnemers toch vergoed moet worden wanneer zij een verkeersfout hebben gemaakt.
Ongemotoriseerde verkeersdeelnemers, zoals voetgangers en fietsers, zijn kwetsbaar in het verkeer. Zij worden daarom extra beschermd bij een verkeersongeval met een motorrijtuig (auto, brommer, scooter etc).
De bezitter van het motorrijtuig is in zo'n situatie altijd aansprakelijk, tenzij er sprake is van overmacht. Zelfs wanneer de voetganger of fietser een verkeersfout maakt is de bezitter van het motorrijtuig aansprakelijk voor de schade. Wel kan de vergoedingsplicht in zo'n situatie worden verminderd wanneer er sprake is van "eigen schuld". Het eigen schuldpercentage mag echter niet lager zijn dan 50 %. Ook wanneer de fietser of voetganger geen voorrang had of bijvoorbeeld een rood stoplicht negeerde moet toch minimaal 50 % van de schade worden vergoed.
Kinderen zijn nog kwetsbaarder in het verkeer dan andere voetgangers of fietsers. Ten opzichte van kinderen tot 14 jaar is de bezitter van een motorrijtuig altijd 100 % aansprakelijk, tenzij er sprake is van overmacht. Ook hier geldt: een verkeersfout van het kind is niet voldoende voor overmacht.
Inzittenden van een motorrijtuig (passagiers) kunnen hun schade altijd vergoed krijgen. Zij kunnen een beroep doen op de schuldloze derde regeling. Wanneer niet duidelijk is wie het ongeval veroorzaakt heeft hoeft de passagier zich als schuldloze derde niet te bemoeien met de vraag wie er aansprakelijk is. De passagier kan de verzekeraar van één van beide (of soms: meerdere) voertuigen aansprakelijk stellen. Deze moet de schade van de passagier altijd vergoeden indien nog niet duidelijk is welke partij aansprakelijk is. Wanneer er duidelijk is welke partij aansprakelijk is zal de verzekeraar van die partij de schaderegeling overnemen.
Krijgt u uw schade vergoed omdat u een schadeverzekering inzittenden hebt afgesloten, dan hebt u ook recht op rechtsbijstand bij de afwikkeling van uw schade. U hebt op grond van de polis in principe recht op dezelfde schadevergoeding als degene die een ander voor zijn schade aansprakelijk kan stellen. De kosten om de schade vast te stellen vallen daar ook onder.
Ook bij een eenzijdig ongeval is het soms mogelijk de schade vergoed te krijgen. Dat kan het geval zijn wanneer er een SVI-verzekering (schadeverzekering inzittenden) is afgesloten.
De werkgever kan aansprakelijk zijn voor schade die is ontstaan in het verkeer tijdens de uitoefening van werkzaamheden.
Indien het ongeval is ontstaan door een gevaarlijke verkeerssituatie of gebrekkige weg kan de wegbeheerder aansprakelijk zijn.
Wij zorgen ervoor dat uw schade snel wordt geregeld. Wij achterhalen welke verzekeraar aansprakelijk is voor uw schade. Wij leggen meestal eerst telefonisch contact en melden de schade in overleg met de verzekeraar per e-mail, onder opgave van de toedracht en een eerste opgave van de schade. Dat werkt sneller en beter dan ingewikkelde en hoogdravende brieven. Een telefoontje er achteraan om te checken of de zaak al in behandeling is zorgt er ook voor dat de zaak snel wordt opgepakt.
Is er onduidelijkheid over de aansprakelijkheid en de toedracht, dan zorgen wij ervoor dat alle informatie wordt verzameld om duidelijk te krijgen wat er is gebeurd. Zo nodig gaan we op de plaats van het ongeval kijken. We vragen het politierapport op wanneer dat is opgesteld. We zorgen voor getuigenverklaringen.
We gaan ook de juridische discussie aan met de verzekeraar over de aansprakelijkheid. Belangrijk is daarbij ook de bewijslast. Bewijslast betekent: wie moet wat bewijzen? Een voorbeeld:een fietser rijdt tegen een auto die stil staat om te gaan parkeren. De fietser stelt dat de auto plotseling stopte en haar sneed. De auto stelt dat er genoeg ruimte was en en stelt dat de fietser niet uitkeek. Vooral wanneer er geen getuigen zijn zijn het uiteindelijk de bewijsregels die bepalen hoe de zaak afloopt. In het geval van de fietser en de auto is de automobilist ook in een situatie als deze aansprakelijk en moet minimaal 50 % van de schade van de fietser worden vergoed.